Scroll Top

U bekijkt de website momenteel in taal NL. Voor aanvullende factchecks en inhoud met betrekking tot andere community's kunt u de vlagpictogrammen gebruiken om van taal te wisselen.

Lesgeven over desinformatie – 6 tips

centre-for-ageing-better-cPyO3GEYjZ4-unsplash.jpg

Lesgeven over desinformatie – 6 tips

Hoe leer je jongeren omgaan met propaganda, complottheorieën en misleidende informatie op het internet? Ontdek 6 tips om hier in de klas mee aan de slag te gaan.

1. The time is now

Wacht niet tot een leerling vol overtuiging een complottheorie in de klas vertelt. Of tot er enkele propagandabeelden de school op stelten zetten. Je wil immers dat je leerlingen kritisch omgaan met verschillende media en zich niet zomaar laten misleiden.

Door er op een ‘rustig’ moment aandacht aan te besteden, heb je controle over de voorbeelden die je wil bespreken in de klas. En moet je je niet laten leiden door de actualiteit. Voorkomen is beter dan genezen.

2. Emoties hebben aandacht nodig

Jouw eerste reflex als leraar is allicht om alles objectief te bekijken: met feiten beargumenteren. Maar… propaganda en complottheorieën spelen in op aanwezige emoties of wakkeren er nieuwe aan. Zeker als het gaat over onderwerpen die leerlingen belangrijk vinden (religie, favoriete sportclub, liefde voor dieren, het klimaat, gezondheid, …).

Vraag dus niet om alles rationeel te bekijken, want dan krijg je vermoedelijk ‘sociaal-wenselijke antwoorden’ of trekken leerlingen zich misschien terug. Ga dieper in op wat leerlingen voelen: laat hen luisteren naar anderen en toon appreciatie voor hun betrokkenheid.

3. Focus op vragen

Probeer niet direct te vragen naar analyses of meningen als je met je leerlingen propaganda of complottheorieën bespreekt. Nodig hen eerder uit om zo veel mogelijk vragen te stellen bij filmpjes, affiches of teksten. Elke nieuwe vraag prikkelt de nieuwsgierigheid, maar zet ook aan om zélf naar antwoorden te zoeken. Bestempel antwoorden van leerlingen ook niet als ‘fout’ of ‘juist’, maar vraag door en zet zo aan tot nadenken.

4. Focus op diversiteit

Desinformatie bloeit vooral onder gelijkgestemden. Probeer de groepen open te breken door een brede waaier aan inzichten te geven. Een andere mening nodigt uit om een eigen standpunt te verdedigen, te beargumenteren en misschien bij te schaven. Het luisteren naar verschillende meningen kan begrip opwekken voor de anderen.

5. Noem het niet zomaar ‘zever’ of ‘dom’

Misschien snap je écht niet hoe iemand zich zo heeft laten misleiden door propaganda of een complottheorie. Maar besef dat het technieken zijn die perfect inspelen op frustraties, angsten of andere gevoelens. Wetenschap, overheid of media bieden soms onvoldoende antwoorden. Propagandisten en complotdenkers bieden dat antwoord vaak wel (ook al is het niet volledig juist).

Een fout antwoord kan soms meer geruststellen dan geen antwoord. Dit betekent niet dat de leerling dom is, maar zich misschien zorgen maakt of gefrustreerd is. Ga op zoek naar redenen waarom iemand iets gelooft, in plaats van het meteen te weerleggen.

6. Zet fouten recht

Misleidende communicatie weerleggen is niet altijd eenvoudig. Je bezit niet de nodige expertise over elk onderwerp. Bovendien is iemand soms zo overtuigd van zijn of haar gelijk dat elk tegenargument in het niets verdwijnt.

Complotdenkers geloven dat gebrek aan bewijs voor het complot het gevolg is van een doofpotoperatie. ‘De elite’ heeft zogezegd alle bewijsmateriaal vernietigd. Toch is het belangrijk om onjuiste informatie te benoemen. Niet om complotdenkers of propagandisten te overtuigen, maar wél om de (andere) leerlingen een brede waaier aan perspectieven mee te geven.