Scroll Top

U bekijkt de website momenteel in taal NL. Voor aanvullende factchecks en inhoud met betrekking tot andere community's kunt u de vlagpictogrammen gebruiken om van taal te wisselen.

Er is geen bewijs dat windturbines grote hoeveelheden BPA in het milieu brengen

Er is geen bewijs dat windturbines grote hoeveelheden BPA in het milieu brengen - Featured image

Author(s): Charlotte STEENACKERS / Gaëlle GEOFFROY / AFP Nederland / AFP Frankrijk

In tegenstelling tot wat op sociale media wordt beweerd, is er geen bewijs dat uitgeholde wieken van windturbines aanzienlijke hoeveelheden van de chemische stof Bisfenol A (BPA) in het milieu brengen. BPA is een hormoonverstorende stof die onderhevig is aan strenge Europese regelgeving. Hoewel BPA wordt gebruikt om hars te maken die de turbinebladen versterkt, hebben experts aan AFP uitgelegd dat er alleen restsporen van BPA achterblijven in de bladen zelf en dat er dus slechts kleine hoeveelheden vrijkomen als de bladen slijten. Sommige onjuiste beweringen in de online berichten verwijzen ook naar een Noors onderzoek dat volgens een Schotse universiteit een verkeerde voorstelling gaf van het werk van haar onderzoekers over de corrosie van de windturbinebladen.

Berichten waarin onjuist wordt beweerd dat windturbinebladen BPA in het milieu vrijlaten als ze eroderen, circuleren herhaaldelijk op sociale media in verschillende talen, waaronder in het Nederlands, Engels en Frans. In berichten in het Nederlands op Facebook en Twitter zoals hier, hier en hier wordt ten onrechte beweerd dat windturbines grote hoeveelheden fijnstof BPA produceren wanneer ze verslijten. Vergelijkbare beweringen circuleerden in juni in andere talen, bijvoorbeeld in het Frans. De beweringen gaan vergezeld van foto’s die geërodeerde of kapotte turbines lijken te tonen.

Screenshot van een van de misleidende berichten, vastgelegd op 11 juli 2023

Deskundigen hebben echter uitgelegd dat turbinebladen inderdaad tijdens hun levensduur kunnen eroderen, maar dat er een verwaarloosbare hoeveelheid BPA in de bladen zit en dat er geen bewijs is dat er door erosie grote hoeveelheden BPA vrijkomen.

Bij de foto’s van de wieken die gebruikt zijn in de berichten staat geen onderschrift. Er is niet aangegeven waar ze genomen zijn, noch waneer, noch hoe oud de wieken zijn.

Wat is BPA?

“Bisfenol A (BPA) is een chemische stof die in veel plastic producten zit. Ook wordt het soms gebruikt in verpakkingsmateriaal van voedsel. Het kan van daaruit in kleine hoeveelheden in ons voedsel terechtkomen,” is te lezen op de Nederlandse website Waarzitwatin.nl, gemaakt door het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en de organisatie VeiligheidNL.

Op de website wordt er ook gezegd dat het consumeren van te veel BPA “schadelijk is voor de vruchtbaarheid en een effect kan hebben op het hormoonsysteem”. Daar wordt aan toegevoegd dat er Europese regelgeving bestaat voor het gebruik van BPA in producten om ervoor te zorgen dat mensen niet worden blootgesteld aan schadelijke hoeveelheden.

In 2018 voerde de Europese Commissie een verbod in op het gebruik van BPA in tuitbekers en zuigflessen voor kinderen. Sommige EU-lidstaten hebben hun eigen beperkingen ingevoerd. Frankrijk heeft bijvoorbeeld een verbod op het gebruik van BPA in voedselverpakkingen ingevoerd in 2015. In april 2023 verlaagde de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) de aanbevolen toelaatbare dagelijkse inname (TDI) van BPA aanzienlijk.

In Nederland is BPA niet verboden in voedselverpakkingen omdat “het niet altijd duidelijk is of de alternatieven veilig zijn”, staat te lezen in een artikel op de website van het Voedingcentrum. Desondanks worden producenten aangespoord om het gebruik van BPA te verminderen en veiligere alternatieven te ontwikkelen, wordt gemeld in het artikel.

Hoewel er zeker een verscheidenheid aan gezondheidsproblemen is, ontbreekt er een deel context in een van de zinnen van de online berichten in het Nederlands, waarin wordt beweerd dat BPA “zeer kankerverwekkend” is. Het debat over de vraag of BPA bewezen kankerverwekkend is, duurt namelijk nog steeds voort. Er wordt al jaren onderzoek gedaan naar de toxiciteit van BPA voor mensen en de stof wordt ervan verdacht kankerverwekkend te zijn, maar de beschikbare gegevens laten op dit moment niet toe dit met zekerheid te bevestigen (hier gearchiveerd).

In dit artikel zullen we ook verder uitleggen waarom de beweringen BPA in grote hoeveelheden in het milieu terechtkomt wanneer de wieken van windturbines afbreken en daardoor de menselijke gezondheid in gevaar brengen, ongegrond zijn.

Wetenschappers leggen uit dat BPA geen belangrijk bestanddeel is van windturbinebladen

Epoxyharsen op basis van BPA zijn een van de materialen die vaak worden gebruikt in windturbinebladen om ze sterk en licht te maken.

De hars “is hetzelfde type hars dat wordt gebruikt in ski’s of tennisrackets, de boot van François Gabart of de carrosserie van auto’s tijdens de 24 uur van Le Mans”, zei Jean-François Gérard, plaatsvervangend wetenschappelijk directeur van het Institut de Chimie van het Centre National de la Recherche Scientifique (CNRS – Nationaal Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek) in Frankrijk aan AFP op 12 juni 2023.

Fabrikanten gebruiken BPA bij het maken van deze epoxyharsen, maar experts hebben aan AFP uitgelegd dat de definitieve bladen slechts kleine sporen van de oorspronkelijke chemische stof bevatten.

Gérard beschreef BPA als een “beginverbinding” in de hars waaruit de wieken zijn opgebouwd. “Het is een kleine molecule die een voorloper is van de hars, die vervolgens kan polymeriseren en uitharden: het is een molecule die wordt getransformeerd tot iets anders,” zei hij.

Een windturbine in aanbouw op 8 juni 2023 op het Seagreen offshoreveld in de Noordzee, voor de kust van Montrose, Schotland. – ANDY BUCHANAN / AFP

Professor Aart van Vuure van het Department of Materials Engineering (MTM) aan de KU Leuven in België zei dat de bekendste epoxyhars diglycidylether van Bisfenol A, of DGEBA, is. “Bisfenol A (BPA) is een schadelijke chemische stof, maar het is een grondstof voor DGEBA, dus zodra de DGEBA is gemaakt, zal het slechts sporen van BPA bevatten,” legde van Vuure uit aan AFP in een e-mail van 25 juli 2023.

“Wanneer de DGEBA, dat vloeibaar is, vervolgens wordt uitgehard (met de tweede lijmcomponent, meestal een amine of anhydride), wordt het een inerte thermohardende epoxyhars,” voegde hij eraan toe. “Zelfs als er erosie optreedt (als de toplaag misschien beschadigd raakt), is de uitgeharde epoxyhars een inert materiaal en zal het maximaal kleine sporen van achtergebleven BPA bevatten,” zei Pr. van Vuure.

Régis Olivès, directeur van de Sup’EnR ingenieursschool in Perpignan, Frankrijk, die zich bezighoudt met energietechniek en hernieuwbare energie, zei dat de epoxyharsen “niet het hoofdbestanddeel” van de wieken waren en werden gecombineerd met glas- of koolstofvezels. “De hoeveelheden Bisfenol in epoxyharsen zijn minuscuul”, zei hij aan AFP op 16 juni. Hij liet ook weten dat sommige fabrikanten wieken produceren zonder epoxyhars, en dus zonder enig spoor van BPA.

Experts zeggen dat bij erosie geen significante hoeveelheden BPA vrijkomt

Erosie tast windturbines aan door hun hoge rotatiesnelheid en blootstelling aan regen, hagel en wind, zoals Kako Naït Ali, een materiaalingenieur en wetenschappelijk commentator, uitlegt op haar blog (hier gearchiveerd).

Deskundigen hebben aan AFP echter uitgelegd dat coatings op de wieken de verspreiding van de materialen die ze bevatten voorkomen en dat zelfs de materialen binnenin sowieso geen hoge BPA-niveaus zouden hebben, zoals hierboven uitgelegd.

Deze “lagen coating, een toplaag en een gellaag, beschermen de bladen en zijn niet op epoxygebaseerd. Ze voorkomen de verspreiding”, zei Jérémy Simon, algemeen afgevaardigde van het Franse Syndicat des énergies renouvelables (SER – handelsvereniging voor hernieuwbare energie) aan AFP op 14 juni 2023.

“In het geval dat BPA vrijkomt tijdens de werking van het windpark, zouden de afgifte minimaal zijn en in verwaarloosbare hoeveelheden, volgens onze berekeningen in de orde van enkele milligrammen per windturbine,” voegde Simon eraan toe.

Een rapport uit 2015 (hier gearchiveerd) voor de Europese epoxy-industrie waarin het potentieel voor BPA-emissies van windturbines werd beoordeeld, kwam ook tot de conclusie dat de hoeveelheid BPA die vrijkomt bij windturbines tijdens hun operationele levensduur “verwaarloosbaar” zou zijn.

“Het potentieel vrijkomen van BPA is naar verwachting verwaarloosbaar tijdens de levensduur. De enige manier waarop epoxydeeltjes vrijkomen uit draaiende windturbinebladen is door de mechanische spanning en krassen van de beschermende coating, waardoor de onderliggende hars bloot komt te liggen,” staat in het rapport, dat werd uitgevoerd door het Duitse bedrijf Beratungsgesellschaft für integrierte Problemlösungen (BiPRO – Adviesbureau voor geïntegreerde probleemoplossingen), sindsdien overgenomen door het Deense ingenieursbureau Ramboll.

In het rapport van 2015 werd echter wel vastgesteld dat er BPA-emissies waren tijdens het productieproces. De conclusie is samengevat in deze tabel:

Screenshot van de bevindingen gepubliceerd in juli 2015 door het Duitse bedrijf BiPRO over Bisfenol A emissies van windturbinebladen in Europa, vastgelegd op 15 juni 2023.

Er is bezorgdheid over de impact van BPA uit industriële locaties op het lokale milieu, bijvoorbeeld in dit rapport van de US Geological Survey.

Sommige beweringen citeren een onbetrouwbaar Noors onderzoek

In de berichten die in het Frans circuleren wordt er beweerd dat een Noors onderzoek (hier gearchiveerd) heeft bewezen dat windmolens “een grote hoeveelheid” BPA afgeven als ze slijten.

De studie uit 2021 werd gepubliceerd op een Nederlandse site, windwiki.nl, die op zijn homepage beweert “medisch onderzoek naar windturbines voor iedereen toegankelijk” te maken (hier gearchiveerd). De website is gemaakt door een groep van zes artsen die kritisch tegenover windturbine-installaties in Nederland staan.

AFP kon geen bewijs vinden dat de studie ooit in een wetenschappelijk tijdschrift werd gepubliceerd.

In het Noorse onderzoek wordt beweerd dat in Noorwegen elke turbine 62 kg nanoplastics en microplastics per jaar afgeeft.

Om de conclusies te onderbouwen worden gegevens aangehaald uit een onderzoek (hier gearchiveerd) van de Universiteit van Strathclyde in Schotland naar de effecten van regenval en andere omgevingsfactoren op de erosie van windturbinebladen in Groot-Brittannië en Ierland. Het oorspronkelijke Schotse onderzoek werd in januari 2021 gepubliceerd in het Journal of Bio- and Tribo-Corrosion. Het had als doel om de correlatie tussen het weer en bladerosie in kaart te brengen en had niets te maken met BPA-emissies.

In een e-mail aan AFP van 12 juni zei een woordvoerder van de Universiteit van Strathclyde dat de Noorse studie de gegevens van haar onderzoekers “verkeerd had geïnterpreteerd en gebruikt”.

De woordvoerder legde uit dat het door de Noorse studie berekende massaverlies van windturbinebladen door erosie te hoog was omdat er geen rekening mee was gehouden dat slechts een klein deel van de voorrand van het blad onderhevig is aan meetbare regenerosie. Hij suggereerde dat hun schattingen “zeer aanzienlijk” naar beneden moesten worden bijgesteld.

Een windturbine vlakbij Lichtenau, West-Duitsland, 31 mei 2023 – INA FASSBENDER / AFP

Bladen recyclen is moeilijk en kostbaar  

De online beweringen in het Nederlands zeggen dat wieken van windturbines niet gerecycled kunnen worden — hoewel het niet onmogelijk is, blijft het proces wel een uitdaging, volgens experts en verschillende rapporten.

Andere onderdelen van een windturbine zijn gemakkelijker te hergebruiken, maar de wieken zijn gemaakt van composietmaterialen die moeilijk te scheiden zijn, zoals in dit artikel in Trouw van april 2023 wordt uitgelegd. Veel bladen belanden op een stortplaats of worden verbrand, zoals wordt uitgelegd in dit Bloomberg-artikel.

Het Trouw-artikel verwijst naar onderzoeken van de Nederlandse organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) naar hoe de wieken kunnen worden afgebroken tot herbruikbare materialen.

In een gesprek over het project in 2022 zei TNO-consultant Harald van der Mijle Meijer dat er al praktische oplossingen bestonden voor het recyclen van andere onderdelen van de windmolens, maar dat er nog “geen commercieel aantrekkelijke oplossing” is voor de wieken.

GE Renewable Energy en het Amerikaanse bedrijf Veolia North America hebben ook een project bedacht om de wieken te recyclen door er cement van te maken.

“De recycling van windmolenwieken kan zeker verbeterd worden, maar het is momenteel zeker mogelijk om de wieken te versnipperen en ze in cementovens te gooien: de epoxy wordt gebruikt als brandstof en de glasvezel smelt en wordt versmolten in de cementsamenstelling, die normaal ook siliciumdioxide bevat,” zei professor Van Vuure.

Fact Checker Logo
Oorspronkelijk hier gepubliceerd.